Auto Theorie – Manoeuvres
Inhalen
Inhalen betekent het voorbijgaan van een andere weggebruiker. Dit kan gebeuren op een weg waar het verkeer in dezelfde richting rijdt of op een weg waar ook tegenliggers kunnen komen. Meestal haal je links in. Een inhaalmanoeuvre mag niet langer duren dan strikt nodig en je mag tijdens het inhalen nooit harder rijden dan de toegestane maximumsnelheid.
Inhalen
👉 Inhalen mag geen gevaar of overlast opleveren voor andere weggebruikers. Controleer eerst of het veilig kan, zet op tijd je richtingaanwijzer aan en maak daarna de manoeuvre in één vloeiende beweging af.
Wanneer mag je rechts inhalen?
Je mag rechts inhalen in deze gevallen:
- Als bestuurders rechts van een blokmarkering rijden en links ook bestuurders rijden.
- Op of vlak voor een rotonde.
- In een file.
- Naast een tram die rechts wordt ingehaald.
- Als een bestuurder links voorsorteert om af te slaan.
Let op!!:
- Fietsers en snorfietsers mogen altijd rechts inhalen.
- Je mag nooit zomaar rechts inhalen op een weg met meerdere rijstroken, ook niet als iemand onnodig links blijft rijden.
Voorbijgaan
Een obstakel ga je voorbij, dat heet geen inhalen. Ook een stilstaand voertuig voorbijrijden geldt niet als inhalen.
Inhaalafstand
De inhaalafstand is de ruimte die je nodig hebt om veilig in te halen.
- Lang als je het andere voertuig slechts iets sneller inhaalt.
- Kort als je veel sneller inhaalt dan het voertuig voor je.
👉 Je mag nooit sneller rijden dan de maximumsnelheid. Als je de manoeuvre niet op tijd kunt afronden, moet je afbreken.
Inhaalmanoeuvre met tegemoetkomend verkeer
Als er tegenliggers kunnen komen, moet je vooraf goed inschatten of de inhaalafstand groot genoeg is. Houd rekening met snelheid en afstand, die vaak lastig te beoordelen zijn.
Afronden van inhaalmanoeuvre
Na het inhalen keer je zo snel mogelijk terug naar je eigen rijstrook. Zorg dat je het ingehaalde voertuig niet afsnijdt. Ga pas terug naar je rijstrook wanneer je in de binnenspiegel de hele voorkant van het ingehaalde voertuig ziet. Zet richtingaanwijzer aan vlak voordat je teruggaat naar je eigen weghelft.
Wanneer mag je niet inhalen?
Je mag niet inhalen in deze situaties:
- Bij een inhaalverbod (bord F1).
- Vlak voor of bij een voetgangersoversteekplaats (VOP).
- Als je een doorgetrokken streep aan jouw kant moet overschrijden.
F1 Bord
👉 Je mag ook niet vlak vóór bord F1 een inhaalactie starten!!
- Inhalen op een kruispunt.
- Inhalen vlak voor een helling.
- Inhalen in een bocht waar je geen overzicht hebt.
Bijzondere manoeuvres
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, moet je altijd al het andere verkeer (ook voetgangers) voor laten gaan.
Voorbeelden van bijzondere manoeuvres zijn:
- Wegrijden
- Achteruitrijden
- Uitrit verlaten of inrijden
- Weg oprijden vanaf een inrit
- Keren
- Invoegen vanaf invoegstrook
- Uitrijden via uitrijstrook
- Wisselen van rijstrook
Wegrijden
Wegrijden (bijvoorbeeld uit een parkeervak) is een bijzondere manoeuvre. Je mag alleen wegrijden als je niemand hindert. Zet pas richtingaanwijzer aan op het moment dat je echt gaat wegrijden.
Af slaan en voorsorteren
Als je links of rechts wilt afslaan, moet je op tijd voorsorteren.
Links voorsorteren:
- Op wegen met tegenliggers: zo ver mogelijk naar links (tegen de wegas).
- Op eenrichtingswegen of gescheiden rijbanen: zo ver mogelijk links.
Rechts voorsorteren:
- Op gewone wegen: zo ver mogelijk rechts (tegen de stoep of berm).
- Bij fietsstrook met doorgetrokken streep: zo dicht mogelijk naast de streep.
- Bij fietsstrook met onderbroken streep: op de fietsstrook, zolang je fietsers niet hindert.
👉 Voorsorteren is nodig om het verkeer vlot en veilig te laten doorstromen.