Auto Theorie – Parkeren en stilstaan

Wat is het verschil tussen parkeren en stilstaan?

  • Stilstaan betekent dat je voertuig tijdelijk tot stilstand komt om passagiers in of uit te laten stappen, of om goederen snel te laden of lossen. Dit duurt meestal maar een paar seconden tot enkele minuten.
  • Parkerenis wanneer je je voertuig stilzet zonder direct doel, zoals uitstappen of iets ophalen. Ook als je in de auto blijft zitten, maar wacht zonder dat er iemand uitstapt of iets wordt geladen, geldt dit als parkeren.

Waar mag je niet stilstaan?

Je mag niet stilstaan op plekken waar dit gevaar of hinder kan opleveren, zoals:

  • Aan de kant van de weg waar verkeersbord E2 staat.
  • Op delen van de weg die bedoeld zijn voor anderen, zoals voetpaden of fietspaden.
  • Op een kruispunt of binnen 5 meter daarvan.
  • Op de rijbaan naast een fiets- of busstrook.
  • Op of binnen vijf meter van een oversteekplaats.
  • Langs een gele doorgetrokken streep.
  • Op een autoweg of snelweg.

E2 verkeersbord

Waar mag je niet parkeren?

Parkeren is verboden op de hierboven genoemde plaatsen, maar óók op:

  • Aan de kant van de weg waar verkeersbord E1 of E2 staat.
  • Langs een gele onderbroken lijn.
  • Op een kruising of binnen een afstand van minder dan vijf meter daarvan.
  • Voor een oprit of uitweg.
  • Buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg.
  • Op een parkeervak dat gereserveerd is voor andere voertuigen, of op momenten waarop het verboden is volgens het onderbord.
  • Op een locatie bedoeld voor het laden en lossen van goederen.
  • Op een parkeerplek die alleen voor vergunninghouders is bestemd.
  • Dubbel parkeren is niet toegestaan.
  • In een erf mag je enkel parkeren op de daarvoor aangegeven parkeerplaatsen.

E1 verkeersbord

Onderborden

Op een onderbord kan vermeld worden voor wie het verbod van toepassing is en op welk moment het geldt. Staat er bijvoorbeeld ‘16-31’ op het bord, dan geldt het verbod enkel in de tweede helft van de maand.

Parkeerschijf

Een parkeerschijf gebruik je in een parkeerschijfgebied om aan te geven hoe laat je je voertuig hebt neergezet.

Nadat je geparkeerd hebt, draai je de pijl op de schijf naar het eerstvolgende halve uur na aankomst. Als je bijvoorbeeld om 12:15 bent aangekomen, stel je de schijf in op 12:30. Je legt de parkeerschijf achter de voorruit, zodat deze duidelijk zichtbaar is. Het is niet toegestaan om de tijd op de schijf tussendoor te wijzigen.

Parkeerschijfgebied of blauwe zone

Een parkeerschijfgebied wordt aangeduid met verkeersbord E10. In zo'n zone mag je uitsluitend parkeren bij een P-bord, een P-tegel of een blauwe markering. De toegestane parkeertijd wordt vermeld op het bord en mag niet overschreden worden. Alleen gemotoriseerde voertuigen met meer dan twee wielen zijn verplicht een parkeerschijf te ruiken. Het is mogelijk dat de parkeerzone slechts op specifieke dagen of tijdstippen geldt; dit wordt dan aangegeven op het onderbord.

Extra regels en tips

  • Parkeerschijfzones: Hier mag je parkeren met een parkeerschijf, meestal met een maximale tijdsduur. Vergeet niet de aankomsttijd in te stellen.
  • Betaald parkeren: In sommige zones moet je betalen. Niet betalen leidt tot een boete.
  • Parkeerplaatsen voor vergunninghouders: Alleen toegankelijk met een geldige parkeervergunning voor dat gebied.
  • Parkeren op de stoep: In de meeste gevallen verboden, tenzij het uitdrukkelijk is toegestaan.